Extremadura Spanje

 

Eind maart 2006 ben ik voor het eerst afgereisd naar dit prachtig ruige gebied in Spanje. In september 2008 , juni 2009 en mei 2013 ben ik samen met Mira, mijn vrouw, opnieuw naar het gebied geweest. Ons streven was om de natuurlijke rijkdom rond Castillo de Monfraqüe en Pêna Falcon zo volledig mogelijk te fotograferen. Dit is na vier keer nog steeds niet helemaal gelukt wat inhoudt dat we er nog wel terug moeten komen om het verhaal compleet te maken..... De autonome deelstaat Extremadura ligt in het westen van Spanje Het gebied is enorm groot (41.634 vierkante km )

Extremadura grenst in het noorden aan Castilië-Leon, in het zuiden aan Andalusië, in het oosten aan Castilië-La Mancha en in het westen aan Portugal. Dit betekend dus dat het gebruik maken van een auto onontbeerlijk is. In verhouding wonen er in het gebied erg weinig mensen ( 1,1 miljoen ). Over Extremadura wordt al in de Romeinse tijd geschreven en de hoofdstad Mérida ( 70.000 inwoners)staat naast Cácares en het oude klooster van Guadalupe, dan ook niet voor niets op de werelderfgoedlijst. Badajoz is de grootste stad van Extremadura met ongeveer 150.000 inwoners. Er is een grote verscheidenheid aan landschapstypen; de kale vlaktes, stuwmeren en graslanden bij Cácares. In het noorden ligt de Sierra de Gata , met de vruchtbare valleien van de Jerte, de Ambroz en La Vera. In het zuiden liggen de uitgestrekte vlakten van La Serena. Het eerste wat opvalt aan Extremadura is dat het bergachtig en waterrijk is. De naam Extremadura vind zijn herkomst in het woord extremo. Daarmee werden de grensgebieden aangegeven gedurende de acht eeuwen durende strijd tussen Christenen en Moren. Extremadura is verdeeld in twee provincies: Cácares en Badajoz. Kurkeikbossen worden eens in de 6 jaar ontdaan van hun bast ten behoeve van de kurkindustrie (wijnkurken). Verder is er heel weinig industrie en dat verklaard gelijk waarom het gebied nog zo ongerept is. De rivier de Taag in het noorden en de Guadiana in het zuiden doorkruisen verschillende bergketens die variëren van 130 tot 2400meter hoogte. Deze rivieren zijn erg belangrijk voor het gebied. Soms, met grote droogte, zoals wij in 2008 en 2009 mochten ervaren komt de Romeinse brug die in de Taag nabij de Pêna Falcon ligt boven water, in tegenstelling tot 2013. Dit komt deels ook door het stuwmeer wat verderop in de rivier ligt en dus niet alleen door de droogte. De stuwen worden alleen dan open gezet als de rivier echt bijna droog staat. In september 2008 was de rivier één groene algen soep. Ondanks deze soep zagen we toch veel vis. Er heerst in Extremadura een Middellandse Zeeklimaat. De winters zijn er gematigd en de zomers erg warm. Er is één hoofdweg die loopt van Madrid naar Lissabon, een tweede weg (N-630)loopt van het noorden naar het zuiden. Wij hebben vanuit Nederland een vlucht en auto geboekt. We vlogen naar Madrid alwaar de auto keurig klaar stond. De Spaanse autoverhuurbedrijven zijn prima in hun service . Tijdens onze tweede reis hadden we twee keer tegenslag met de auto , maar beide keren werd het goed opgelost. Wel oppassen dat je de tank vol terug brengt, daar ze makkelijk 25-40 euro van je vooruit betaalde bedrag van je creditkaart afhouden, zogenaamd omdat je de tank niet vol terug gebracht had. Altijd je benzinebon bewaren, zodat je naderhand kunt aantonen dat je tank vol was!

De doorgaande wegen zijn goed begaanbaar. Sommige binnenwegen zijn erg hobbelig en met regen zelfs onbegaanbaar. Als natuurfotograaf kom je nogal wat obstakels tegen. Door de jacht zijn de vogels en zoogdieren behoorlijk schuw, wat het geheel er niet makkelijker op maakt voor de fotograaf.

De drie soorten gieren ( Vale Gier, Aasgier en Monniksgier ) en meerdere vogelsoorten van het gebied goed op de gevoelige plaat vast leggen was mijn streven. Mira nam de insecten, bloemen en zoogdieren voor haar rekening, samen deden we de landschappen en orchideeën. Gedegen vooronderzoek bij het zoeken naar de vogels is aan te raden. Wij hebben dan ook veel gebruik gemaakt van reisverslagen van vogelaars en vogelwerkgroepen die wij op het internet konden vinden. Zowel Nederlandse als Engelse boeken werden geraadpleegd.

Er is onlangs een prima reisgids (engels) uitgebracht(2013) via Crossbill-guides. Bij Gertjan de Zoete en Elly Schipper, die in 2008 in Extremadura zijn komen wonen en er hun bungalowpark 'Finca Las Abubillas' hebben opgezet, kan je, alleen als ervaren natuurfotograaf, fotohutten huren. De tarieven kan je opvragen via hun website. Ze bezitten beide een uitstekende kennis van het gebied en de flora en fauna ervan.

Ze laten natuurliefhebbers/reizigers/vogelaars/wandelaars en fotografen mee profiteren van de ervaring en kennis die zij hebben opgedaan in de 15 jaar dat zij al in het gebied komen. Het is mij gelukt om zowel de kleinste, de Aasgier als de meest voorkomende, de Vale Gier, alsook de grootste de Monniksgier goed te fotograferen.

De begeleiding naar en van de hut is prima geregeld. De hut staat op privé terrein , dus lekker rustig. Je wordt s' morgens nog in het donker per 4-wheeldrive het gebied ingereden en afgezet bij de schuilhut. Daar wordt het meegebrachte schaapskarkas op een vaste plaats neergelegd. Enige instructies voor het gebruik van de hut zijn:

  1. Je blijft in de hut tot Gertjan of Elly je weer komen ophalen. (meestal geven ze een richttijd of je krijgt berichten via sms),
  2. Je grote boodschap graag doen voor je de hut ingaat, plassen doe je in een zelfmeegebrachte limonadefles o.i.d.
  3. Voor eten in de hut moet je zelf zorgen, later kunnen Gertjan en Elly eventueel een maaltijd verzorgen.
  4. Absolute stilte in de hut, maar dat lijkt me logisch.....

Mijn mooiste moment tijdens het verblijf in de hut was een Aasgier die aan een slang begon te vreten. Later hoorde ik van Gertjan dat ie de slang de avond daarvoor had gevonden langs de weg (verkeersslachtoffer) en alvast op de plek voor de hut had neer gelegd. Dit was dus een bonus voor mij ! Het is trouwens best griezelig als je alleen in zo'n hut in het donker zit te wachtten op wat er gaat gebeuren..... Allerlei geluiden die je in eerste instantie niet herkend klinken vreemd in je oren. Toen het begon te schemeren zag ik de omgeving wat beter. Een vrij kale vlakte ietwat hellend en hier en daar wat rotsen. Voor de hut lag een boomstronk, die voor de kleinere vogels bedoeld was. Er lag één afgekloven karkas en één nieuw karkas op zo'n twintig meter van de hut. Je moet dus minimaal wel met een 400, beter is een 500 of 600mm lens gebruiken. Op het afgekloven karkas kwam al snel een Blauwe Ekster zitten en voorzichtig maakte ik er een plaatje van. In de omgeving ontdekte ik verschillende groepjes Vale Gieren die op gepaste, niet fotografeerbare plaatsen, in het landschap zaten te kijken. Plots vloog de hele meute op en ik dacht verschrikt wat ik gedaan zou kunnen hebben om ze te verjagen. Maar ik bleek niet de boosdoener, maar een verwilderde hond die hier wel vaker gezien wordt kwam op het afgekloven karkas af. Shit siste ik , dit is niet de bedoeling, weg waren mijn kansen om een gier te fotograferen. Achteraf hoorde ik dat het juist goed was dat de hond kwam, maar dat wist ik toen natuurlijk nog niet.

De gieren komen pas op het karkas af als de hond gegeten heeft, dan pas vertrouwen ze de omgeving. De hond is namelijk nog schuwer dan de gieren). Wel daar zat ik dan, het was net zeven uur s'morgens en nu moest ik wachtten tot Gertjan kwam, en daar was ik niet blij mee..... Echter toen de hond begon te vreten zag ik weer enkele gieren terug komen en zij landden op gepaste afstand van de hond in het landschap. Zou het dan toch nog goed komen? Het antwoord kwam al snel; de hond vertok na drie kwartier en er verscheen een Aasgier op het toneel. De Aasgier begon zoals gezegd aan een slang te vreten en de motordrive van mijn camera maakte gelijk al overuren. Vlak nadat de Aasgier was gearriveerd kwamen tientallen Vale Gieren op het afgekloven karkas af, waar die zo plots vandaan kwamen zonder dat ik ze gezien had is mij nog altijd een raadsel. Binnen een mum van tijd was het karkas alleen nog maar een hoopje afgekloven botten. De Vale Gieren gingen nu naar het verse karkas en pikten en trapten ertegen om te zien of het wel echt dood was...dit is natuurlijk gedrag van de Vale Gier. Om het karkas te openen hebben de Vale en Aasgieren de hulp nodig van de grootste van Extremadura's gieren, de Monniksgier. Deze was ook al met enkele exemplaren aan komen vliegen, maar ze bleven op flinke afstand van de rest en ondernamen nog geen actie. Omdat het wachtten de Vale Gieren kennelijk te lang duurde begonnen zij aan de neus en oren van het karkas te trekken. Dat er ook een bepaalde rangorde onder de Vale Gieren is, werd duidelijk toen sommige jongere dieren naar het karkas wilden gaan.

Zij werden hardhandig verjaagd en dit ging gepaard met gesis en geschreeuw en ze rollebolden letterlijk over elkaar heen. Op een bepaald moment waren de Vale Gieren via de anus het karkas binnen gedrongen en dit werd de Monniksgieren waarschijnlijk te veel, want als een furie sprongen ze tussen de Vale Gieren in en begonnen het karkas open te scheuren. Wat hierna volgde was een enorme schranspartij, welke gepaard ging met sissen, schelden en pikken naar elkaar. Binnen een uur was het karkas opgevreten. Ik voelde het zweet in straaltjes langs mijn rug naar beneden lopen, wat een ervaring !!!

Tegen de middag belde Gertjan mij op om te vragen hoe het ging, en enthousiast vertelde ik mijn belevenissen. Toen ik hem vertelde van de Aasgier met slang werd hij zelfs een beetje jaloers, omdat hij dit zelf nog nooit meegemaakt had. Aasgieren zijn sowieso al heel erg schuw, dus ik had echt mazzel gehad vandaag. Inmiddels was Mira bij Elly aangekomen en werd ik door Gertjan weer opgehaald waarna we nog van een heerlijke lunch hebben genoten.

Het fotograferen van de vogels doe ik voor 90% uit de auto, dit is een ideale mobiele schuilhut. Ik gebruik daarbij een bonenzak die ik leeg vanuit Nederland meebreng en in de plaatselijke supermarkt vul met bonen. Op deze manier heb ik Hoppen, Klapekster, Steenuil, en diverse zangvogels kunnen fotograferen. De overige foto's maken we buiten de auto tijdens wandelingen. Om de Vale Gieren te fotograferen bij hun broedplaatsen langs de Taag moet je bij het Castillo de Monfragüe (een ruîne) zijn.

De klim naar boven is behoorlijk zwaar, maar wat je daarna voor schouwspel kan meemaken is geweldig. De Vale Gieren komen soms op ooghoogte op een meter of tien voorbij zweven en hier kan je dus mooie vluchtopnamen maken. Het Castillo is gemakkelijk te vinden als je de weg van Trujillo naar Malpartida de Placencia neemt kom je langs de ruîne, Pêna Falcon (gierenrots) beneden aan de oever van de Taag. Langs deze weg door het gebied kan je vele mooie vogelsoorten tegen komen zoals Zwarte Ooievaar, Keizerarend, Oehoe ( 1 broedpaar), Rode en Zwarte Wouw en vele andere soorten. Er zijn diverse vaste schuilhutten die aangegeven worden en in het goede jaargetijde kom je vele vogelaars tegen die je graag informeren waar iets te zien is.

Ook een mooie plek om vogels te fotograferen is de weg van Trujillo naar Santa Marta de Magasca. Op een goede wegenkaart van Michelin zijn deze wegen goed te vinden. De plekken waar Grote en Kleine Trap gezien worden heb ik in 2013 bezocht . Deze plekken liggen meer op de vlaktes achter Trujillo en in Guadalupe. Wij verbleven telkens twee weken in Extremadura. Vanuit Nederland reserveren wij een vlucht naar Madrid, een auto en onderdak in de vorm van een kamer met ontbijt. Dit doen wij omdat we dan zelf kunnen bepalen waar en hoelang we ergens willen fotograferen. Natuurlijk kan je ook met een reisgezelschap mee, maar dit beperkt wel de bewegingsvrijheid. Als we langer dan twee weken konden reizen, dan zouden we liever onze eigen auto gebruiken. Dicht bij het hart van het nationaal park Monfraqüe is een goede camping met een goedkope en lekkere keuken. Verder is in Extremadura niet zoveel mogelijk wat betreft overnachten in het gebied. Je moet in de grotere plaatsen zijn voor hotels en/of kamers met ontbijt. Deze kamers met ontbijt worden Casa Rural genoemd en in de buurt van Trujillo zijn meerdere van deze Casa's. Wij hebben twee keer bij Casa Rural El Recuerdo vlakbij Trujillo, ons onderkomen geregeld, dit op aanraden van Gertjan en Elly omdat de eigenaar goed Engels spreekt (hij is Engelsman)en omdat hij een uitstekende kennis bezit omtrent de flora en fauna van de omgeving. In 2013 heb ik een hut gehuurd via Gertjan om Grote Trap te fotograferen wat na twee lange dagen uiteindelijk goed gelukt is. Voor meer foto's van onze reizen naar Extremadura klik hier. Voor reacties Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 

© Tekst: Dick Hoogenboom,

© Fotografie: Mira Diels en Dick Hoogenboom.